Bijna 12 jaar geleden, ik was bezig met het invullen van de belastingaangifte, en toen klonk er ineens een roffel op ons raam. Dat was buurman Jaap samen met een vriend. Ze hadden hun wasbords bij zich en Jaap voerde het woord. ‘Het stelt niks voor hoor, dat domme gekras, maar vind je het leuk om samen even wat muziek te maken?’.
Tuurlijk, gezellig, laten we dat doen. We begonnen en eigenlijk waren we niet meer te stoppen. We zijn urenlang doorgegaan en mij staat nog heel goed bij hoe enthousiast en in vervoering Jaap die avond was. En steeds maar vragen of het niet heel erg storend was bij mijn gitaarspel, dat rare gekras. Jaap de muzikant was die avond geboren. Er volgden vele avonden waarin we samen oefenden. Jaap en ik werden dikke vrienden.
En aan het einde van dat jaar, 2006, maakte Jaap zijn debuut op het podium. Het was in Spijkerboor. Stiknerveus was hij en hij had al tig keer de wc bezocht. De band begon en we hadden afgesproken wanneer ik hem er bij zou roepen. Om wat voor reden dan ook, ik denk door de zenuwen, kwam hij echter een nummer te vroeg al op het podium. En toen, we hebben er achteraf veel om gelachen en het verhaal in zijn woorden: wat was dat een drama zeg, je hebt me toen als een klein kind weer weggestuurd. Maar het is daarna helemaal goed gekomen met Jaap de muzikant. Begonnen als vaste gast bij de BluesBlasters, al snel omgedoopt als het wasbordfenomeen en hij kwam later terecht in de zydecomuziek, eigenlijk de muziek waar zijn hart lag. Het wasbord is daarin een belangrijk instrument. Hij speelde in Zydeco Fever en de Red Kidney Beans. En vanaf 2013 in de Mississippi Kings.
Hoe goed het ook ging en hoeveel applaus hij ook kreeg (hij kreeg altijd het meeste applaus van iedereen): toch ook vaak wel onzekerheid bij hem: vinden mensen dit nou echt leuk, dat gekras en getik? Ja, Jaap, dat vinden ze echt leuk. Kijk eens hoe het publiek naar je kijkt en valt je niet op hoe vaak er mensen in het publiek zijn die je proberen na te doen? Met lucht wasbord spelen? Wat hij deed op het wasbord, was dik in orde. Maar hoe hij dat deed, dat was bijzonder en maakte hem ook als muzikant zo speciaal. De continue bewegingen die hij maakte met zijn gehele lichaam, zijn gezicht dat één al plezier uitstraalde, hij was gewoon in extase als hij speelde. Jaap was de meester van het hoe. Dat maakte hem zo’n blikvanger. Voor wie dat nog eens zou willen zien: typ op You Tube Mississippi Kings in en bekijk dan het eerste filmpje: Jaap op z’n best. En hij kon meer dan wasbord spelen. We hebben een nummer over een eenzame waakhond. Eenmaal raden wie daar zeer overtuigend in blaft. En wat een optreden helemaal af maakte bij Jaap: na afloop een gezamenlijke maaltijd. Lekker vreten met elkaar jonguh.
Wat was nou het geheim van Jaap? Waarom kon hij zo goed met mensen omgaan? Ja, hij was een zogenaamde mensen mens. Toonde belangstelling, maakte veel grapjes. Charmant. Maar volgens mij was de essentie: hij liet je voelen dat je er toe deed. En dat voelt goed. Bij iedereen. Of het nu een kind betrof of een bejaarde, de vuilnisman of de burgermeester, een crimineel die weer op het rechte pad probeerde te komen of een beroemde schaatstrainer: dat maakte Jaap niks uit.
Dat hij onbevreesd en zonder remmingen wie het ook was, tegemoet trad, was mooi en kwam ons als band ook goed uit. Vier jaar geleden speelden we op het bluesfestival van Grolloo. Nog niet zo groot als het nu is, maar het was uiteraard bijzonder voor ons om daar te spelen. Toen ons optreden klaar was, kregen we in een speciaal voor de artiesten gereserveerde zaal bij café Hofsteenge een maaltijd. Op een gegeven moment zei ik tegen Jaap: hee, daar zit Johan Derksen. Ik wou daarna nog iets tegen Jaap zeggen, maar hij was al weg. Twee tellen later zat hij al naast Johan Derksen, tikte hem op de schouder, eigenlijk helemaal niet zo netjes, want Derksen was op dat moment in gesprek met iemand anders, en gaf hem een CD van onze band en had een gezellig onderonsje met hem. Typisch Jaap.
Ander voorbeeld: bij het uitbrengen van onze eerste CD zochten we een bekend persoon aan wie de CD konden uitreiken. Ron Jans! Dat was onze droomkandidaat. Via via was ik zijn telefoonnummer te weten gekomen. En schijterd dat ik was, ik had hem eerst maar eens een appje gestuurd. Had daar geloof ik wel 3 kwartier over gedaan, zin voor zin, zo precies mogelijk formuleren zodat het bijna niet anders kon dat hij ja zou zeggen dacht ik. Maar er kwam maar geen reactie. Jaap hoorde ervan en zei tegen me: wat is z’n nummer, ik ga hem meteen bellen, komt goed. En hij kreeg hem aan de lijn en het leek wel of hij hem al jaren kende, zo onbekommerd en gezellig keuvelend met Ron Jans. En uiteraard zei Ron Jans ja.
We moeten als band verder zonder Jaap. We zullen je enorm missen, grote vriend. Hij had aan ons gevraagd om tijdens zijn uitvaart I heard the angels singing te spelen. Wat hij daarbij heel belangrijk vond - hij heeft het wel 3x gecheckt - is dat we een nieuw en schoon tapijtje onder het drumstel zouden doen. Het tapijtje dat we hadden, ging al meer dan 20 jaar ongewassen en dus heel smerig met ons mee. Nooit iemand die daar een punt van maakte, Jaap in de laatste plaats, maar uiteraard hebben we zijn wens ingevuld. Vast en zeker dat Jaap dit van bovenaf met een brede glimlach heeft aanschouwd.
Ronald Schoonveld